Elke fase heeft een bepaald onderwijsprogramma met vastgelegde leerdoelen per vak. Het lesaanbod en de manier waarop een leerling de leerdoelen behaalt verschillen per leerling. Het werken met fasen heeft het voordeel dat leerlingen in hun eigen tempo door het lesaanbod kunnen gaan. Hoe lang een leerling over een fase doet verschilt dus per leerling. Per fase zijn overgangscriteria opgesteld. Deze zijn bekend zijn bij de leerlingen.
Elk half jaar presenteert de leerling zijn ontwikkeling en de behaalde doelen. Ouders/verzorgers wonen de presentaties van hun zoon of dochter bij. Na de presentatie hebben we een gesprek tussen de leerling, de ouders en de mentor over de ontwikkeling en de eventuele overgang naar de volgende fase. Op basis van de doorlopen ontwikkeling van de leerling beslissen we samen of de leerling verdergaat in de volgende fase of dat hij nog in dezelfde fase blijft.
Elke fase heeft een vast leerteam van docenten. Dat team is verantwoordelijk voor de groep leerlingen van een fase. Leerlingen hebben hierdoor altijd een duidelijk aanspreekpunt en ze krijgen zo minder te maken met veel verschillende docenten.
De leerling stroomt in de uitstroomfase uit wanneer hij de lesstof op zijn niveau heeft afgerond en er een geschikte uitstroom (school of werk)plek is gevonden.